Minimaal- of maximaalthermostaat voor de luchttoevoerbewaking en ventilatorregeling in ventilatie- en airconditioningsystemen. Typegoedkeuring door TÜV volgens DIN EN 14597. Voor warmeluchtverwarmers volgens DIN 4794. Sensorbreuk: Bij schade aan de sensor of sensorbreuk openen de contacten 1 en 4 van de ventilator. Eigen veiligheid/kouprotectie: De apparaten zijn eigensicher, wat betekent dat bij verlies van het sensormedium, bijvoorbeeld door sensorbreuk, de brander wordt uitgeschakeld. Aangezien negatieve temperaturen door volumevermindering van het sensormedium hetzelfde effect veroorzaken, worden de apparaten met de koudeschroef zo afgesteld dat ze pas bij temperaturen onder 15 °C de brander uitschakelen. Herinschakeling kan alleen handmatig plaatsvinden bij hogere temperaturen dan ongeveer 5 °C met de handresetknop. Oververhittingsbeveiliging: Het apparaat beschermt tegen ongecontroleerde oververhitting, veroorzaakt bijvoorbeeld door warmteaccumulatie of door geleidelijk verlies van het capillaire vulmiddel bij niet-zichtbare schade aan de sensor of het capillair. Bij het bereiken van een temperatuur van 220 °C smelt de veiligheidslas in de sensor en schakelt het apparaat, door verlies van het vulmedium, de brander veilig uit. De brander kan niet opnieuw worden ingeschakeld. Het apparaat is dan onbruikbaar en dient als bewijs van de aanwezige overtemperatuur van minimaal 220 °C. Oververhittingsbeveiligingsthermostaat voor elektrische verwarmingsregisters en direct gestookte luchtverwarmers in olie- en gasbedrijf.