De zelfrijdende laagvloerwagen is ideaal om bij locomotieven zonder motorisering de aandrijving te vervangen. De DB heeft tussen 1958 en 1967 meer dan 14.200 2-assige platte wagens met zijwandkleppen en opklapbare kopwanden aangeschaft. Ze werden gebruikt voor het vervoer van voertuigen, zoals Kaelble trekker KV 633/632, en goederen met een groot ruimteverbruik. De wagens zonder zijwanden werden vanaf 1965 als Kls aangeduid. Als model kunnen ze van periode III tot VI worden ingezet. Eigen gewicht 12.100 kg, max. laadvermogen 27,5 t, lengte over de buffers 13.860 mm. De gepatenteerde ondervloeraandrijving, vergelijkbaar met die van ROBEL, is optimaal aangepast aan de platte constructie van de laagvloerwagen. Bij langzaam rijden, in bedrijf met geluid, digitaal en analoog, overtuigt dit model de techniekgeïnteresseerde modelspoorder. Met elektrische aandrijving. Het geïntegreerde geluidsmodul geeft de fluit en verschillende bedrijfsgeluiden weer. Digitale decoder voor DCC/MM en analoog bedrijf (AC/DC) met geïntegreerde stroomopslag, RailCom-geschikt. Een typische diesel- of stoomlocomotiefgeluid is per CV selecteerbaar. Aan een kopzijde bevinden zich twee tweepolige schakelbare stekkers, waarop bijvoorbeeld een achterlicht kan worden aangesloten. Functies in analoog bedrijf: - Rijmodus vooruit/achteruit - Geluid actief (soort en volume instelbaar via CV) - Licht actief. Functies in digitaal bedrijf: - Rijmodus vooruit/achteruit - Schakelbare functies: Geluid (soort en volume instelbaar via CV), fluit, licht. Koppelingen volgens NEM 362 aan beide zijden. Inclusief een achterlicht. Afmetingen: lengte over de buffers 15,9 x breedte 3,5 x hoogte 2 cm.