
Producttest
Bose Soundlink Plus zet de toon - maar niet te hard, alstublieft
van Florian Bodoky

De Pocket Scion plantenluisteraar maakt paddenstoelen en planten geluid. Ondanks de vele mogelijkheden raak ik snel verveeld.
De Pocket Scion is iets unieks: ik kan er elektrische signalen van planten mee opvangen en omzetten in geluid. Het apparaat heeft vier ingebouwde synthesizers, maar het kan de signalen ook doorgeven via MIDI.
Zelden ben ik zo enthousiast geweest over een apparaat als over de Pocket Scion. En zelden heb ik mijn interesse zo snel verloren. Maar de Pocket Scion is geen slecht product. Het probleem ligt ergens anders.
De Pocket Scion wordt gevoed door drie AAA-batterijen of USB. De hardware heeft twee kleine zwakke punten. Ten eerste is er geen automatische uitschakelfunctie, wat betekent dat de batterijen de volgende dag leeg zijn als ik vergeet hem uit te zetten. Ten tweede gebruikt het apparaat een microUSB poort. Dit is voldoende voor wat het apparaat moet kunnen, maar ik heb er een aparte kabel voor nodig, terwijl al het andere nu via USB-C loopt.
Vol enthousiasme pak ik het ding uit, plug de kabel met de klemmen in en klem ze vast aan een kamerplant. Het werkt meteen. De Pocket Scion produceert synthesizergeluiden op basis van de elektrische signalen in het plantenblad.
Het werkt ook op de volgende plant. Ik pak een paddenstoel uit de koelkast en steek de klemmen erin - dat werkt ook! Ik kan zelfs geluiden ontlokken aan een gemberwortel en een verdord blad. Leven deze plantendelen nog?
Even een broodmes of een gieter kan de Pocket Scion aan het spelen krijgen. Deze dingen leven duidelijk niet, maar er is een verklaring voor: het metaal werkt als een antenne en geeft bijvoorbeeld de brom van het elektriciteitsnet door. Ik ken dit fenomeen van de elektrische gitaar, ik heb hem zelfs gebruikt om radiosignalen te ontvangen.
Hoewel het apparaat ook speelt met gember en metaal, ben ik ervan overtuigd dat het werkt zoals het hoort. Met de vier ingebouwde synthesizers kan ik veel verschillende geluiden maken. De gevoeligheid kan worden aangepast op het apparaat zelf, waardoor het aantal geluiden dat wordt afgespeeld verandert.
De software, die beschikbaar is voor Mac, Windows en Linux, biedt nog meer opties. Hier bepaal ik welke noten van de chromatische toonladder worden gespeeld. Hierdoor kan ik elke toonladder maken die ik wil, zoals majeur pentatonisch of harmonisch mineur. Het octaafbereik en de toonhoogte kunnen ook worden aangepast. De instellingen worden opgeslagen op het apparaat en de aanpassingen kunnen vervolgens ook zonder de app worden gebruikt.
De Pocket Scion kan MIDI-gegevens overbrengen via de USB-poort. Bijvoorbeeld naar een synthesizer of een PC om te experimenteren met een virtueel instrument. Hiermee kun je alle geluiden maken die je maar wilt. In de video heb ik de plantenluisteraar aangesloten op een iPad waarop de Korg iPolySix virtuele synthesizer draait.
Als ik beide gevoeligheidsknoppen drie seconden ingedrukt houd, hoor ik niet het geluid dat de synthesizer produceert, maar een pulsgolf die rechtstreeks uit het elektrische signaal komt. De fabrikant noemt dit «raw output». Het klinkt allesbehalve mooi, maar het maakt het mogelijk om conclusies te trekken over het gemeten elektrische signaal, zoals hoe intens het is.
En dan nu het grote probleem dat ik heb met de Pocket Scion: Het gaat snel vervelen, ondanks de vele geluidsopties. Gebaseerd op de ruwe output, merk ik dat verschillende planten vooral verschillen in intensiteit. Ik kan geen patroon ontdekken in de signalen. Als het geheel wordt vertaald naar synthesizergeluiden, zijn er nog minder verschillen te horen. Ik merk ook geen verschillen afhankelijk van of de plant licht of water krijgt. Het klinkt altijd ongeveer hetzelfde.
Het beste wat ik tot nu toe met het apparaat heb kunnen doen, is een luidspreker naast de plant zetten. Dan kan ik me de illusie veroorloven dat de plant de hele dag muziek voor zichzelf maakt en misschien zelfs tegen me praat.
Maar het beste wat ik tot nu toe met het apparaat heb kunnen doen, is een luidspreker naast de plant zetten.
Maar dat is het wel zo'n beetje.
Pro
Contra
Mijn belangstelling voor computers en schrijven leidde me relatief vroeg (2000) naar de technische journalistiek. Ik ben geïnteresseerd in hoe je technologie kunt gebruiken zonder gebruikt te worden. In mijn vrije tijd maak ik graag muziek waarbij ik mijn gemiddelde talent compenseer met een enorme passie.

Producttest
van Florian Bodoky

Producttest
van Kevin Hofer

Producttest
van Florian Bodoky
Hoewel de Pocket Scion een nicheproduct is, blijft de prijs - momenteel 133 frank of 149 euro bij Thomann - binnen een redelijke marge. Dit wordt mogelijk gemaakt door een eenvoudig, goed doordacht ontwerp. Ik vermoed dat de gelijkenis in naam met de Pocket Operator van Teenage Engineering geen toeval is. Het apparaat heeft geen behuizing, in plaats daarvan houd je de printplaat direct in je hand. In tegenstelling tot de Pocket Operator heeft de Pocket Scion een afdekplaatje zodat de elektronica verborgen blijft. Ik zie knoppen en een display op de afdekplaat, maar beide bevinden zich op de onderste printplaat. De afdekplaat heeft alleen gaten voor de knoppen en transparante elementen om de LED's door te laten schijnen.



Eindelijk kunnen niet alleen MIDI-gegevens, maar ook OSC-gegevens worden geëxporteerd. OSC staat voor Open Sound Control, een netwerkprotocol voor audiogegevens. Als beginner is het niet zo eenvoudig om je erin te verdiepen. Ik heb nog geen muziek kunnen genereren uit de OSC gegevens, maar met de software «Protokol» kan ik in ieder geval de gegevens opnemen. Deze kunnen ook worden gevisualiseerd. In mijn geval nam Protokol alleen de vertaalde MIDI signalen op, niet de ruwe data. Maar ik zou toch niet weten wat ik ermee moest doen.